• Persoonlijk Advies
  • Natuurlijke producten
  • 240 jaar ervaring
  • Unieke en authentieke recepten
  • Persoonlijk Advies
  • Natuurlijke producten
  • 240 jaar ervaring
  • Unieke en authentieke recepten

Jaren en Namen

1900, den eersten januari. Mijn overgrootvader neemt de winkel over van Peter Anthonie Overvoorde, zoon van Sara die de dochter is van Peter Anthony Muller die in 1809 de affaire in drogerijen en verfwaren, vanouds genaamd de Salamander, had overgenomen van de heer Petrus van den Abeele.

Volgt u het nog? Ik dacht, zo bij de jaarwisseling kunnen we ook even terugkijken en dan niet alleen naar het afgelopen jaar zoals gebruikelijk maar iets ruimer. Dat is het mooie van de Salamander; we hebben een ruim assortiment, een oplossing voor alles en veel ervaring.

Begonnen in 1782 en dus de oudste winkel hier ter stede. Leeftijd is natuurlijk geen verdienste, de tijd verstrijkt vanzelf. Volhouden, het eigen pad kiezen en trouw blijven aan principes. Ervaring opdoen en zo het overzicht krijgen, dat is zowel voor de mens alsook voor deze winkel de verrijking van de jaren.

Er lopen nog wat ouwe jongens rond in Delft, ik denk aan Lex en Dolf, die nog precies weten hoe ze in 1968 met bepaalde chemicaliën raketten maakten en ook nog konden bepalen hoe hoog het projectiel kwam. Een nu uitgestorven onderdeel van ons assortiment dat in vroeger tijden toch een prachtig schijnsel in de Oudejaarsnacht gaf met Bengaals vuur. In 2010 moesten de knallen echt wel harder zijn en toen dacht Sven, “ik kan best Nitro-Glycerine maken”. Toen ik hem van de nadelen van zo’n explosie vertelde besloot hij om z’n doe-het-zelf gevoel los te laten op het maken van een verkoudheidszalf met vaseline en menthol.

Zelf drop maken kan ook. In het befaamde boek “Mengen en roeren” van Drs. L.P. Edel staat het recept maar makkelijk is het niet. Vorige week kwam Benno in de winkel, in 2006 deed hij al een moedige poging en ik mocht proeven. Mondgevoel, smaak en uiterlijk moeten allemaal kloppen anders kan het je je vullingen kosten of er gewoon niet uitzien. Het is de Firma Klepper & Klepper in 2015 buitengewoon goed gelukt om het klassieke Nederlandse dropje zowel in smaak als in receptuur te verbeteren zodat iedereen ervan kan genieten, ook mensen met gluten allergie en vegetariërs.

Maximale ontplooiing van het individu kan ook betekenen dat je teruggrijpt op oude technieken wanneer je een nieuwe hobby zoekt. Zo is er de cyanotypie, het in 1842 ontdekte fotografisch proces waarbij met twee niet al te gevaarlijke chemicaliën een cyaan-blauwe afdruk kan worden gemaakt. Met dank aan fotografen Jaap, Jos en Jo wordt deze techniek in ere gehouden en natuurlijk zijn bij ons niet alleen de grondstoffen maar ook de resultaten te koop. Zo kan een foto een kunstwerk worden in plaats van een snel gemaakt plaatje waarvan je er honderden op je telefoon hebt.

Op de cyano-foto ziet u de Markt op een zomerse dag in 1915(?) uit de ramen op de eerste verdieping van de Salamander kijken mijn overgrootmoeder, mijn opa en zijn zusje naar het nu vergeten spektakel

​​Ik wens alle lezers een in alle opzichten goed en gelukkig 2024!


De Dagboeken van de Salamander

Deze week had ik een bijzondere ontmoeting. Ik was al een tijdje bezig met de voorbereiding van deze nieuwsbrief en had mij verdiept in een belangrijk aspect van het goed laten verlopen van de zaken: het geheugen! Vanaf het midden van de jaren zestig (vorige eeuw) zijn de dagboeken bewaard gebleven. Het zijn langwerpige smalle boeken, de oudste nog gebonden, tegenwoordig een spiraalboek, ze worden in de kantoorvakhandel winkelboek genoemd. Hierin wordt nog altijd genoteerd wat klanten bij ons bestellen en welke afspraken worden gemaakt. In de oudste boeken zijn dat behoorlijk grote bestellingen van bedrijven, scholen, ziekenhuizen en instellingen die zich toen nog in en om de oude binnenstad bevonden. Vele kilo’s en honderden liters chemicaliën, verbandartikelen en verzorgingsproducten vonden hun weg naar bedrijven als Machinefabriek Reineveld, de Optische Industrie Oldelft, de firma Braat, Enraf-Nonius. Instellingen zoals de Meetkundige Dienst, de G.G.D. het Pathologisch lab,. Scholen als Chr. Lyceum Delft, Van der Made en Grotius. Alle Delftse ziekenhuizen waren klant, het O.N. Gasthuis, Hippolyt, Bethel en het Sint Joris Gasthuis. Het waren goede klanten en zo af en toe werden de inkopers getrakteerd op een avondje Taptoe en in 1955 was er een relatiegeschenk in de vorm van een speciaal door de Porceleyne Fles vervaardigd tegeltje waarop natuurlijk een Salamander te zien was. Toeval of niet, deze week kwam er een mevrouw in de winkel die me vroeg of ik iets wist van zo’n tegeltje. Haar schoonvader was hoofdadministrateur (CFO) van het Bethel ziekenhuis geweest en het tegeltje was al die tijd gekoesterd. Dan komt toch vroeg of laat het fenomeen opruimen om de hoek kijken en de vraag wat kinderen er eventueel mee zullen doen. Ik vond het echt bijzonder mooi toen ze vroeg of ik het leuk vond om het tegeltje “terug te krijgen”.

Voor een winkel die al zo lang bestaat geldt dat het veranderen der tijden niets nieuws is. Vanaf het midden van de jaren zeventig halveerde het aantal groothandelsklanten en die trend zette natuurlijk door. De hoogwaardig technologische berdrijven verlieten de binnenstad en de inkopers van scholen en ziekenhuizen kregen hun eigen gespecialiseerde toeleveranciers. Ook het collegiale contact met de andere drogisten in Delft was in de oude dagboeken vaker terug te vinden dan nu.

Geleend aan Jac. Karper (Wijnhaven nu een Souvenirwinkel): 2 x 60 liter gedestilleerd water.

Geleend van Van Mierlo (Markt 10 nu een Pizzeria): 1 Nonchalance crème parfum.

Waar vroeger een enkele professor de boodschappen liet bezorgen of een dame aan de Nieuwe Plantage haar anti-rimpel crème “Second Debut “liet opschrijven, werden de dagboeknotities vanaf de jaren tachtig steeds meer een afspiegeling van het individuele en persoonlijke van de klanten in de winkel. “Kan ik bij u die afslank broekjes bestellen?” “Heeft u een pillendoos met alarmfunctie?” Het werd een mix van het zoeken naar de nieuwste producten en de oude dingen die nergens anders meer te vinden waren: “kunt u nog aan nachtnetjes komen?” Dat was trouwens een vraag van studenten die het leuk vonden om de nieuwe leden met zo’n uitgestorven dames haarnet de straat op te sturen. Ook persoonlijke informatie willen mensen wel delen, zoals P. L. van Coronie die speciaal naar Delft reisde om zijn alimentatie te overhandigen aan de ontvangende instantie: “op die datum ben ik jarig en word ik 80.” Ik schreef het in het dagboek om hem de volgende keer te kunnen feliciteren maar hij is nog niet terug geweest.


Vakantie

Normaal gesproken vragen we Rob een mooi stuk te schrijven over de historie. Hij komt dan, na enig wikken en wegen, met de leukste verhalen van vroeger. Rob is aan het genieten van Griekenland dus vroegen wij de zus van Rob om een verhaal te schrijven over hoe de vakanties van de Salamanders er vroeger aan toe gingen! Geniet ervan!

De Oppersalamander, alias mijn broertje Robert, is op vakantie. Hij geniet van zijn welverdiende rust en heeft volop gelegenheid om te doen waar hij zin in heeft!

Hoe anders was dat vroeger tijdens onze familievakanties. Robert wilde altijd dolgraag kastelen bezoeken, monumenten bezichtigen en stadswallen beklimmen. Helaas was hij daarin de enige. Moeders en ik zaten liever met een goed boek op de camping en onze vader, Voormalig Oppersalamander H.G.J. Vlugt, tevens de enige met een rijbewijs, had nooit zin in historische uitstapjes. Hij ging liever naar het dorp om tassen vol stinkende Franse kaas aan te schaffen, die nog dagen onze Alpenkreuzer zouden vullen met een misselijkmakende walm. Arme Rob, hij trok altijd aan het laatste eind!

Maar nu heeft hij de kans om zijn dromen te verwezenlijken ... en dat doet hij. Ik kreeg pas een telefoontje; Robert vertelde dat ze naar Sparta waren geweest. Het was een uren durende tocht geworden, langs haarspeldbochten en bloedstollende afgronden. Roberts levensgezellin Jolanda vindt autorijden geweldig; zij doet dat snel en goed. Maar Rob zat de hele weg in doodsangst vastgeklampt aan de hendel van het portier. Het zou me niets verbazen als daar op die Griekse weggetjes zijn hele leven aan hem voorbijflitste. Waarschijnlijk zag dat er ongeveer zo uit…

Een vlek op iemands zondagse pantalo… HELP!... Een onsje kokindjes voor een schattige kleute… AAAAIE!... Zelf vuurwerk maken? Maar jongen, dat moet je toch nie … IEEEAAW!... Doet dat pinapparaat het nu alweer nie… OH NEEOOOWW!!… gezellig boodschapjes doen met pa in een pittoresk Frans dorpje… OH WAT EEN HEERLIJKHEID!!!

Rob heeft uiteindelijk Sparta bereikt, hij heeft met heldenmoed de strijd gestreden. Hij is ook weer heelhuids teruggekomen bij het vakantiehuis en hij heeft een historische locatie bezocht die uiteindelijk niet veel meer dan een veld met een hoop stenen bleek te zijn. Maar toch…!

Terug in het pittoreske huisje waar het in de hete Griekse zomers ongetwijfeld goed toeven is, was het een hele toer om de open haard aan te krijgen. Gelukkig waren er Griekse hapjes!

Wat is het toch heerlijk om te doen waar je zin in hebt!


De Grote Schoonmaak en de Salamander

Omdat ik weet dat het heel goed is om op te ruimen probeer ik in de schaarse momenten tussen het helpen van klanten, het bestellen en uitpakken van nieuwe voorraad, de gesprekken met vertegenwoordigers en al het andere gewone winkelwerk, af en toe een onderdeel van de winkel/kelder/kantoor weer werkbaar te maken. Het is waarschijnlijk onvermijdelijk dat een winkel die zo oud is als deze een schat aan oude “troep” heeft bewaard. De winkelbetimmering dateert van 1928 en voor op de planken staan stopflessen met vloeistoffen als Rozenwater, Alcohol, Paraffineolie, Wonderolie en Glycerine en zalfpotten met Boenwas, Vaseline, maar daarachter staat nog veel meer. Plank leegmaken, schoonmaken en terugzetten wat leuk is of af en toe nog gevraagd wordt. Een flesje met een Kalium-Jodide oplossing uit 1986 dacht ik maar eens weg te doen. Ik vertelde dat mijn vader dat kort na de kernramp in Tsjernobyl gemaakt had om de schildklier tegen radioactiviteit te beschermen. Mijn collega’s vonden dat dat beslist bijzonder was en niet weg mocht. Schoonmaken lukt redelijk maar wegdoen is lastiger.

Dat bewaren van van alles en nog wat zit kennelijk in de familie. In een oude blikkentrommel vol brieven en kaarten van mijn voorouders vond ik een brief gedateerd 4 mei 1931. Na de intro van “het is alweer een week geleden dat ik je brief kreeg, en hoe gaat het nu met jullie?” schrijft Lien aan Em: “Hoe gaat het met die heerlijke schoonmaak? ben al bijna 14 dagen helemaal klaar, zalig hè. Je ziet dus wel als je eind Mei komt dat ik terdege uitgerust ben.” Het fenomeen de Grote Schoonmaak is sinds de jaren zestig langzaamaan in onbruik geraakt, en zoals de brief aan mijn Oma laat zien is dat wel te begrijpen. Alles in huis moest van z’n plaats, kleden geklopt, nieuw papier in de kasten, het wintergoed in de mottenballen, de stof-makende kachel kon uit. Je bofte als hulp in de huishouding had, niet als je in een dienstje was want dan kon je er twee keer tegenaan.

Voor de drogisterij was deze periode natuurlijk een hoogtepunt. De etalage werd spannend ingericht, o.a. met een opgezette rat! De schoonmaak was (en is) meer dan alleen een strijd tegen stof en vuil; motten, mieren, muizen, kakkerlakken enz. zien hun kans schoon als de gelegenheid wordt geboden. De robot-stofzuiger was nog een verre droom, bezems, luiwagens, ragebollen, borstels in allerlei soorten, sponzen, zemen, trekkers, dweilen en niet te vergeten mattenkloppers, dit waren de onmisbare wapens. Veel van zulk soort artikelen verkopen we nog steeds. De winkel zelf deed trouwens ook mee. De meer dan 100 lades werden leeggemaakt en gesopt en daarna op de stoep opgestapeld om te drogen. Ik kan u vertellen, dat is al enige tijd geleden voor het laatst gedaan.

Op de foto hiernaast ziet u een bladzijde uit een reclame foldertje uit de jaren 30 van de vorige eeuw van deze winkel met een enorm assortiment aan schoonmaak artikelen en borstels.


De naam van de Salamander

Het is in onze winkel gebruikelijk dat klanten uiteenlopende vragen stellen. Vrij vaak betreffen die kwaaltjes, huishoudelijke problemen en/of moeilijk verkrijgbare producten. Soms zijn de vragen redelijk persoonlijk en indringend en af en toe komt er een leuke vraag waar ik even over na moet denken om het beste antwoord te geven. Deze week vroeg Jos om wat meer te vertellen over het vraagstuk waarom de winkel eigenlijk “de Salamander” heet.

Om te beginnen moet ik bekennen dat de naam van deze winkel helemaal niet zo uniek is, er zijn er meer die zo heten. Af en toe komt er een pakket binnen voor een drogisterij in Roosendaal of een factuur voor een zaak in Den Haag. Heeft die naam dan een betekenis voor dat soort winkels?

Even terug in de tijd. Bij de oude Egyptenaren vind je al hiërogliefen met afbeeldingen van dit wonderlijke dier. De Griekse filosoof Aristoteles legt het verband met vuurmystiek, bij Kerkvaders en in madrigalen zijn er voorbeelden van het uitzonderlijke karakter van de Salamander. De Franse koning François Ier koos het als zijn symbool.

Een klant gaf me ooit een boek uit 1680 getiteld “DE BRANDENDE SALAMANDER”, een handboek met beschrijvingen en recepten van chemicaliën en hun toepassingen. Wat te denken van deze zin: “Derhalven heeft den Chymist het vuyr verkoren, om zijn begeerte uyt te voeren; als zijnde het eerste onder alle werkelijke hoedanigheden, en het edelste onder alle dingen die onder de Maan sijn, ende een oorsake van alle vermenging ende volmaektheydt” Kortom zonder vuur geen chemische processen.

De bioloog met kennis van het dier de salamander weet dat deze bij regen tevoorschijn komt en zich regelmatig verstopt in houtstapels. Als je dan een beetje landelijk woont en van buiten een paar houtblokken in het openhaardvuur gooit kon het voorkomen dat je een salamander opeens uit het vuur zag wegrennen. Dat moet een vaker voorkomend verschijnsel zijn geweest om die associatie met vuur en alchemie te verklaren. Dus als oudste nog in bedrijf zijnde Chemist is deze Salamander toch wel bijzonder.

Een andere klant gaf me ooit een boek van de Oostenrijkse dichter Ingeborg Bachmann, daarin staat een gedicht waarin ze zoekt naar een verklaring van Liefde en ziet hoe het allerlei dieren lukt om geluk te vinden, zelfs een steen kan een andere zachter maken.

De laatste strofe:

“ Ik zie de Salamander door ieder vuur gaan.

Geen regen deert hem, en niets doet hem pijn.”


Toeristen en de Salamander

De wonderschone doch regenachtige maand mei is voorbij en de Markt maakt zich op voor de zomerse golf van bezoekers vanuit de hele wereld en uithoeken van ons land. Toeristen zijn er natuurlijk het hele jaar door maar hun komst hangt wel samen met sommige belangwekkende hoogtepunten. Een collega-ondernemer in de binnenstad vertelde me onlangs dat de grootste piek in bezoekersaantallen tot nu toe te danken was aan de tentoonstelling van het “Straatje van Vermeer” in het Prinsenhof. Ik kan me herinneren dat ik destijds langdurig alenig (op z’n dellufs) voor dat schilderij kon doorbrengen. Wel wat anders dan bij de Vermeer tentoonstelling in het Mauritshuis in 1996 die bezocht werd door 450.000 bezoekers, waaronder ik, of die van vorig jaar in het Rijksmuseum met 650.000 bezoekers waaronder ik niet!! 

Delft en de Salamander worden wat mij betreft dit jaar behoorlijk goed bezocht. De opening van de Keukenhof is een soort startschot van het seizoen. Vroeger werd er op de Markt van de Kerk tot het Stadhuis geparkeerd op het middenterrein, er was hier en daar wat plek opengelaten voor terrasjes. Bij ons voor de deur, op de wat bredere rijbaan, parkeerden de toeristenbussen. Onder de voorruit hing de destijds gebruikelijke bloemenslinger van narcissen, hun lieflijke geur werd overheerst door de dieseldampen van de draaiende motoren.

De bussen zijn van de Markt verdwenen en de terrassen zijn wat groter geworden. In steden als Amsterdam, Venetië en Giethoorn is toerisme inmiddels zowel zegening als plaag. Toen enige jaren geleden een Amerikaan me vertelde dat hij Delft een “tourist trap” vond kwam me dat nogal overdreven voor. Inmiddels realiseer ik me dat de Markt 87 huisnummers/panden heeft, inclusief Kerk en Stadhuis, dus 85 potentiële winkels, maar als ik tel hoeveel traditionele winkels er nu zitten kom ik op ongeveer 5 stuks.

Nu is de Salamander zonder overdrijven toch op z’n minst een pareltje aan het plein waar zowel een toerist een bijzondere ervaring kan opdoen en ook de hedendaagse kunstenaar zijn pigment kan kopen om een nieuw “Meisje met de Parel” te schilderen. Ik zelf vind het heerlijk om mensen van over de hele wereld te begroeten en hen te trakteren op wat verhalen uit de rijke historie van het pand of kennis te laten maken met Real Dutch Candy…DROP, dat is toch ook een must bij een bezoek aan Nederland. Amerikanen zonder Nederlandse voorouders zijn moeilijk te overtuigen, Japan is ook onbekend met de smaak, maar een van onzes nieuwste dropjes heeft wel culinair geleend van de Sushi door er zeewier toe te voegen.

De uitwisseling van verhalen is het leukst, zo was er onlangs een Zuid-Afrikaan die me vertelde dat hij de tiende generatie van zijn familie was die op Kaap woont, aangezien ik de tiende drogist ben sinds de start van de Salamander kon ik aanvoelen wat dat betekent, je bent daar op je plaats!


Het archief van de Salamander

In een prachtige oude kist die met een grote sleutel maar moeilijk te openen is worden in mijn familie al generaties belangrijke documenten bewaard. Perkamenten verkoop-actes voorzien van zegels uit de achttiende eeuw. De complete voorraad beschrijving van de winkelgoederen per 1 januari 1900. Mijn Opa’s militaire papieren betreffende de Vrijwillige Landstorm ten tijde van de Tweede Wereldoorlog toen hij met een aantal andere Delftse ondernemers was ingeschakeld bij de Luchtverdediging, alsmede correspondentie van een tijdje later betreffende de ontheffing van de verplichting tot arbeitseinsatz vanwege zijn functie als essentiële winkelier en kasboekjes uit de jaren 50.

Bewaren of wegdoen? Een bedrijf moet de administratie negen jaar bewaren. Ordners vol facturen, kasboeken en belangrijke correspondentie. Niet alleen omdat de Belastingdienst het moet kunnen controleren, het is ook het zakelijke geheugen. Het neemt veel ruimte in en na die bewaarperiode is het een behoorlijke klus om alle bankafschriften e.d. door de papierversnipperaar te doen. Het bekijken van al dat papier geeft wel een kijkje op alle veranderingen die er in zo’n relatief korte periode zijn geweest. Als drogist met een historische achtergrond denk ik dan wel eens; zou het niet fantastisch zijn om over honderd jaar een compleet archief van een winkel te hebben zodat iemand daar een geweldig boek over kan schrijven? Om daarna door te gaan met de archiefvernietiging.

Onlangs werd ik door de kwaliteitsbewaking van een bedrijf waar we al sinds 1988 zaken mee doen gevraagd om een kopie van mijn diploma vakbekwaamheid Drogist op te sturen zodat zij hun gezondheidsproducten aan ons kunnen blijven leveren. Ik vond dat in eerste instantie vreemd omdat we al zolang zakendoen en ook omdat de drogisterij “geneesmiddelen” waarvoor dat diploma eigenlijk bedoeld is tegenwoordig gewoon bij supermarkten en benzinepompen te koop zijn. Na enige aanmaningen moest ik toch de krachtsinspanning leveren om de kist te openen waar de papieren inzitten die we wel bewaren. Zo zag ik na jaren mijn mapje met diploma’s en schoolrapporten weer terug. De aanblik van het gevraagde document bracht bij mij verrassend plezierige herinneringen boven. Slagen geeft een heerlijk gevoel van bevrijding en toekomstperspectief. GESLAAGD.

Nog niet zo lang geleden kreeg je bij het pinnen bij mij in de winkel de mededeling “geslaagd” te zien en dat gaf grappig genoeg bij veel mensen een goed gevoel. Tegenwoordig staat er wat zakelijker “akkoord”.

Aan het eind van de lente is het mooi om de vele vlaggen met schooltassen te zien, gefeliciteerd, bevrijding en dan op vakantie! Ik wens iedereen een mooie zomer en daarna een fris begin ook met het nieuwe kabinet.


Op het dak van de Salamander.

Een warme (zon)dag wanneer er even niets hoeft. Dat gebeurt niet vaak, maar op zo’n moment komt het voor dat de drogist op het dak gaat zitten. Niet omdat anderen dat hem hebben toegeroepen, maar om bij te komen van een werkweek waarin weer van alles gevraagd werd. Op de Markt staan de huizen met hun achterkant aan het water, geen ruimte voor een tuintje of balkon. Om even buiten te zijn moet je dus altijd de deur uit. Toen mijn grootvader in 1948 besloot om weer boven de zaak te gaan wonen werd er het een en ander verbouwd, er kwam een moderne badkamer en een dakterras. Sinds 1920 was de bovenwoning alleen als opslagruimte en kantoor in gebruik geweest. Midden in het zadeldak werd een rechthoekige uitbouw gerealiseerd waardoor je via een normale trap de zolder kan bereiken en met een beetje extra klauteren sta je op het platte dak en kijk je uit over de stad.

Hier en daar steken wat hogere nieuwe gebouwen uit boven de wirwar van rode daken en bomen, de torens van Oude, - en Nieuwe Kerk en de Maria van Jesse kerk. Het Stadhuis, het torentje van het Barbara klooster/Virgiel, het koepeltje van de faculteit Bouwkunde en de toren van het hoofdgebouw van de TU Delft maken de skyline van Delft zeer fraai.

Zondag ochtend, de vakanties zijn begonnen en het is stil in het centrum van Delft. Vanwege het Chamber Music Festival is het carillon stilgezet en zou je het verglijden van de tijd kunnen vergeten. Boven stad zweven vier ooievaars die zich afvragen hoe hun voorgangers neerdaalden op de Cameretten waar ze bij de visbanken af en toe onverkoopbare visjes kregen toegeworpen, nu blijven ze in de lucht. Even later passeert een buizerd, voortgejaagd door een meeuw die zijn aanwezigheid niet op prijs stelt. Langzaam begint de stad geluid te maken… “I used to rule the world” uit het nummer Viva la Vida van Cold Play, gespeeld door een klein ensemble strijkers klinkt afwisselend vanaf de kant van de Kerk en dan weer vanaf het Stadhuis waarna er applaus te horen is. Levendige gesprekken op de terrassen klinken op het dak als geroezemoes op de achtergrond. Rust is relatief, zal ik de dakgoten schoonmaken? Te halsbrekend, ik zie ervan af.

Zon en een zacht noordenwindje maken het plekje nu ideaal, vaker is het hier wegwaaien of wegsmelten. Ooit hingen op de zolder onder mij nuchtere kalvermagen te drogen waar in de dagen van de Tweede Wereldoorlog stremsel van werd gemaakt waarmee de boeren uit de omgeving kaas maakten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland als neutraal land buiten de oorlog, maar het leger was wel in verhoogde staat van paraatheid. De Delftse kazerne aan de Paardenmarkt had te weinig slaapplaatsen voor het aantal onder de wapenen geroepen soldaten dus kregen mensen in Delft inkwartiering. Op de zolder van de Salamander lag toen een soldaat te slapen, op een strozak. Ondanks dat er al maanden geen Pottertjes leverbaar zijn en dat Unilever besloten heeft te stoppen met Sunlight zeep is ons leven op dit moment zo slecht nog niet!


De kelder van de Salamander

 

In de vorige nieuwsbrief vertelde ik over de ontspanning die ik op een zonnige zondag in de zomer op het dak van de Salamander beleefde, deze keer neem ik u mee naar de kelder. Luieren in de zon en mijmeren over de skyline van Delft is natuurlijk prima maar als je eenmaal uitgerust bent is er vaak weer werk aan de winkel, dit keer eronder.

Op sommige zondagmiddagen is er sinds 2017 in het Rietveldtheater een door vrijwilligers georganiseerd evenement onder de titel “Delft vertelt” waarbij inwoners van Delft een verhaal vertellen over wat zij in Delft hebben meegemaakt. Zo werd ik ook gestrikt om op het podium te vertellen over mijn wederwaardigheden. Leuk, ik heb verhalen genoeg! Op het podium voor publiek vertellen is toch wel spannend, zo vond ook een oud-burgemeester van Delft, gelukkig beschik ik wel over wat kalmerende natuurlijke rustgevers zodat mijn zenuwen in bedwang bleven, maar toch. Omdat van dit leuke initiatief nu een boek wordt gemaakt met de mooiste verhalen kwam het ook weer bij mij terug. Wat een eer! Of ik bij het opgepoetste verhaal ook wat foto’s kon leveren van de kelder. Dat kon wel maar dan moest de kelder ook wel een beetje opgepoetst worden, want in de dagelijkse hectiek is dat bij uitstek de plaats waar je alles eerst stalt voordat het een keer weg kan. Mooi klusje voor de zondag.

Om even terug te gaan naar het begin, op 3 mei 1536 brandde zo’n driekwart van de stad af. De kerken en het stadhuis bleven deels behouden maar de houten huizen waren verloren. Op de drassige grond werd in Delft niet geheid, er werd gebouwd op een houten raamwerk bespannen met runderhuiden, wanneer het een stabiele onderlaag in de bodem had bereikt kon de bouw voortgaan. De kelder was een essentieel onderdeel van het leven in het huis. Hier was water, het Delftse water was schoon, er werd zelfs bier van gebrouwen. De stijl van het huis wordt laat-gotisch genoemd, je verwacht een kelder met duistere gewelven die overdag verlicht met kaarsen, slechts te bereiken is via een nauwe wenteltrap. De wanden bedekt met Delftse tegels en de vloeren belegd met een zwart wit geblokt tegelpatroon zoals te zien op schilderijen van Pieter de Hoogh. Het vocht dat komt opwellen als je 10 centimeter diepgaat zorgde er echter voor dat veel van de ongetwijfeld fraaie zestiende-eeuwse elementen verdwenen zijn. Met het stijgen van het grachtenpeil werd de vloer opgehoogd en raakte de zwart-witte tegels bedekt met robuuste donkere natuurstenen tegels, de wanden werden grotendeels kaalgehakt en afgesmeerd met cement. Zo hier en daar zie je nog de naam van een werkman die er mee bezig was. Ook winkelmeisjes zetten hun naam wel eens op een onopvallende plek.

Ondanks het gebrek aan gewelven is de kelder toch een mysterieuze plek waar in vroeger eeuwen een voorganger zijn vijzels verborg om ze voor confiscatie door Napoleon te behoeden en waar onder de grond een stenen pot bedekt met een tegel in vele stukken brak toen mijn Opa hem naar boven probeerde te halen (dukaten?) en waar nog delen van het oude winkelinterieur terug te vinden zijn. Zo is er de stenen kluis voor het opslaan van uiterst brandbare vloeistoffen, in een ruimte die het vierkantje heet stonden vroeger de chemicaliën. In het gangetje naar de waterdeur werden de huishoudelijke artikelen opgeslagen, en naast de waterdeur was tot in de jaren vijftig het toilet dat natuurlijk loosde op de gracht, er werd tenslotte toch geen bier meer gebrouwen met Delfts grachtenwater.